Een kampeerbus maakt gebruik van een lege bestelwagen met carrosserie. Dit geeft al meteen een stevige basis. De fabrikant wordt wel beperkt tot de standaardmaten van de lege bestelwagen. Zo vind je bij alle merken zowat dezelfde lengtematen terug. Bij Fiat, Peugeot en Citroën zijn dit de 5,40 meter, 6 meter en 6,40 meter lange voertuigen. Mercedes en VW bieden ook een basis bus van 7 meter.
Specifieke bouwwijze
De kampeerbus is kleiner dan de kampeerauto en niettegenstaande de wanden al aanwezig zijn, is de kostprijs vergelijkbaar. Dit omwille van de specifieke bouwwijze. Bij de kampeerauto begint de opbouw op de vloer die aan het chassis vast zit. Vooraleer de zijwanden en het dak het geheel afsluiten wordt het interieur volledig afgewerkt. Dit kan door verschillende arbeiders die zich tegelijkertijd rond het voertuig bewegen. De meubels van de kampeerbus moeten stuk voor stuk naar binnen gebracht worden. De ruimte is te beperkt om met verschillende mensen tegelijkertijd te werken. De zijwanden van de basiscamionette lopen schuin naar boven toe en hier moeten alle kasten aan aangepast worden. Al deze handelingen drijven het kostenplaatje op. Raam- en dakvensteropeningen moeten in het plaatstaal uitgespaard worden. Sinds een aantal jaar bieden kampeerbussen opengewerkte cabines waardoor de ruimtelijkheid vergroot.
Nutsvoorzieningen
Het technische plaatje in de bus verschilt niet van de techniek in de gewone kampeerauto. De nutsvoorzieningen zijn zoals in een klassieke kampeerauto. Toch wordt er dikwijls bijvoorbeeld voor een compressorkoelkast gekozen omdat dan de verluchting weg valt. Elk gat dat in de carrosserie moet gemaakt worden, kan moeilijkheden opleveren. Een compressorkoelkast maakt een beetje lawaai en niet iedereen geraakt hier aan gewoon tijdens de nacht. Nieuwe modellen krijgen wel een nachtfunctie waarbij de koeling duidelijk minder decibels vertoont.