skip to Main Content

Van Léon naar León

Grand Tour / Noord Spanje

5 januari 202313 minuten leestijd

Vanaf de Landes tot Asturias in Noord-Spanje strekt zich een heerlijke brok natuur uit die helaas al te vaak links wordt gelaten. Dat is jammer, want als je houdt van een ongerepte kust, een groen binnenland met veel natuur, stille dorpen en sprankelende steden, dan is dit je streek.

Wij brachten meerdere zalige vakanties met de kinderen in de Landes door. Het authentieke dorp Léon was daarbij onze uitvalsbasis. Léon heeft fijne campings, aan weerszijden van het mooie meer. Kinderen kunnen er heerlijk spelen. In het dorp vindt ’s zomers elke morgen een uitgestrekte boerenmarkt plaats, waar je volop mag proeven van wat de terroir opbrengt. Dat gaat van kaas, worst via honing naar wijn en hét aperitief van de regio: de Floc de Gascogne. Wandelen en fietsen door de dennenbossen zijn opties en de wilde Atlantische kust bevindt zich op een paar minuten van het dorp.

Het sprongetje naar Spanje

Het moet op een van die vakanties met het gezin zijn geweest dat de speelse idee opeens de kop opstak om eens een reis uit te puren die van Léon tot de Spaanse pelgrimsstad León liep. Dit zotte plan bleef enige jaren gisten tot we vorig najaar de woorden in daden omzetten. Deze keer niet met een caravan, maar met zijn tweetjes in een compacte camper. In het najaar heb je het rustige meer helemaal voor jou alleen en op de intussen heel lichtrijke camperplek sta je hoe het jou uitkomt.

Via kleine wegen rijden we tot het verrassend mooie en licht mondaine Biarritz. Met zijn prachtig strand vol afwisseling vormt dit een leuke stop. Ook in Saint-Jean-de-Luz houden we halt. Ondanks de regen wandelen we over het kustpad naar de stad. Opeens worden we geconfronteerd met een “fenomeen” dat ons de hele verdere reis zal opvallen: we bevinden ons op de Camino! Elke dag zullen meerdere dappere stappers, op weg naar Santiago de Compostela, onze wegen kruisen. Op weg naar Saint-Jean ontmoeten we een paniekerige dame van achter in de vijftig, in een knalgeel jak en met een heel lichte rugzak, de iPhone in de hand geprangd, die ons afwisselend in het Frans en het Engels met bevende stem de weg naar Saint-Jean vraagt. Ondanks haar moderne hulpmiddelen loopt ze hopeloos de verkeerde kant uit. Het blijkt een Canadese te zijn, moeder van vijf, die hier zichzelf wil tegenkomen. We hebben haar op sleeptouw genomen en daarna nooit meer weergezien…

Saint-Jean vinden we heel mooi. Verkeersvrije straten, een leuk haventje, en vooral: een mooie kustlijn waarlangs je uren kunt wandelen en genieten van de surfers die de hoogste golven trotseren.

Super San Sebastián

Net over de grens, bij Irún, klaart het op en in San Sebastián, de culinaire hoofdstad van Spaans Baskenland, lijkt het wel volop zomer. We checken in op de mooie camping Igueldo, dicht bij de stad. Er wordt geschreven dat je hier lekker eet, maar wacht daar toch liever mee tot je in de stad bent. Je geraakt er rechtstreeks met bus 16, die je na een leuke rit met 25 haltes knal in het hart van de stad deponeert. Een klassestad, prachtig overal waar je kijkt, met een boogvormig zandstrand, waar je wel 100 foto’s zou willen nemen. Links zie je rots Igeldo, die je met de 100 jaar oude Funikular bereikt en vanwaar je geniet van een schitterend panorama. Voorbij het eilandje ontwaar je het grote schiereiland met het kasteel en het Christusbeeld. Flaneren door de stad hou je uren vol. Overal verkeersvrije straatjes met tal van pinxosbars, het heerlijke Baskische equivalent van de Spaanse tapas.

De gruwel van Gernika

In de gps geef ik Bermeo in, hopend op een mooie kustroute. Voor we er erg in hebben, rijden we een heel eind landinwaarts, richting Vitoria-Gasteiz. De wegen zijn schitterend, sommige gloednieuw. We houden halt in Gernika, waar in 1937 de gruwel plaatsvond. Een plaats die zó historisch geladen is, mag je niet achteloos voorbijrijden. Voor de Basken is dit een heilige plek met een grote symbolische betekenis. Ooit was hier de oude zetel van de wet. Het was dan ook zeker geen toeval dat Gernika in 1937, op verzoek van dictator Franco, het doel was van het eerste tapijtbombardement ter wereld, door nazivliegtuigen uitgevoerd, dat de stad platlegde. Pablo Picasso heeft zijn woede omtrent deze gruweldaad in zijn majestueuze “Guernica” uitgedrukt. Een kopie in keramiek staat in een parkje in de stad. Een aanklacht tegen elke oorlog! We bezoeken het Casa de Juntas, het lokale parlement, waar in een paviljoen in de tuin de versteende stam van de Guernikako Arbola staat, het symbool voor de oeroude wortels van het Baskische volk. Je ziet hem binnen opnieuw in een fantastisch plafond van glas-in-lood. In het nu vredige stadje mag je zeker niet nalaten om samen met je kinderen het museum te bezoeken dat het hele Gernika-drama vertelt.

We houden halt in Gernika, waar in 1937 de gruwel plaatsvond. Een plaats die zó historisch geladen is, mag je niet achteloos voorbijrijden.

Matxitxako

Iets verderop, in het kustplaatsje Bermeo, moet men het toerisme nog uitvinden. Tijdens een wandeling door de aangename stad met zijn heel mooie vissers- en plezierhaven geniet je volop van de rust en het authentieke. Om tot bij de kaap buiten het stadje te komen, is een fietsritje van 5 kilometer nodig, waarna je offroad gaat tot aan de vuurtoren van Matxitxako. Een mooie eenzame plek waar je ’s winters walvissen kunt spotten. In de herfst passeren soms dolfijnen, als ze van territorium veranderen.

Veel spectaculairder en veel drukker is het iets verder in San Juan Gaztelugatxeko. Naar het beroemde 12de-eeuwse kapelletje op de rots lopen twee paden. De keuze is lastig. Onderweg vallen we van de ene in de andere verbazing. Het uitzicht vanuit de hoogte is ronduit formidabel. De weg naar de kapel zelf gaat over een bruggetje met drie bogen en een trap met 241 treden, die op een miniversie van de Chinese Muur lijkt. De uitzichten en impressies rondom zijn indrukwekkend. Je trapt wel even op je adem als je 75 meter hoger bij het kapelletje aankomt.

Het Guggenheim in Bilbao

De camperplaats in Bilbao is duur, maar ze ligt schitterend. Ze biedt een royaal panorama over de hele stad. Vanuit de hoogte zie je hoe de rivier zich doorheen de stad ploegt. Op de voorgrond ontwaar je het stadion en in de verte, als je goed kijkt, ontdek je de kleur en de contouren van het unieke Guggenheim-museum. Stadsbus 58 brengt je voor € 1,25 helemaal tot in het aangename stadscentrum. Een moderne stad met een goed bewaarde historische kern. Trek er een dagje voor uit; je wordt aangenaam verrast. Maar voorzie zeker nog een dag voor het Guggenheim aan de rivier, naast de rode brug. We steken de hoge Puente la Salvo over, vanwaar je al een mooi zicht op de titaniumpanelen van het museum krijgt. Ga niet te snel naar binnen, want het unieke gebouw van de Canadese architect Frank O. Gehry verdient al je aandacht, zowel buiten als binnen. De “Bloem van Titanium” is intussen tot symbool van Bilbao uitgegroeid. Aan de straatkant word je door de bebloemde “Puppy” van Jeff Koons verwelkomd. Ik ben er nog altijd niet uit of de mascotte van Bilbao nu ofwel vriendelijk, dan wel aandoenlijk op je neerkijkt. Aan de waterkant vind je meer indrukwekkende sculpturen. We herkennen meteen “Maman”, de imponerende spin van Louise Bourgeois, omdat het symbolisch geladen kunstwerk een hele tijd naast het Duinenkerkje in Mariakerke heeft gestaan. De “Fire Fountain” van Yves Klein staat ernaast en de felle “Tulips” van alweer Jeff Koons kun je van heel dichtbij zien als je in het museum bent. De plotse mist over het water ligt niet aan het weer, maar is de organische “Fog Sculpture” van Fujiko Nakaya. Wat je binnen ziet, is naast de schitterende architectuur van het gebouw in de eerste plaats moderne schilderkunst van na 1950. Voor een uitmuntende beschrijving van het museum raad ik je de prachtige roman “Oorsprong” van Dan Brown aan.

Terug in de tijd

Via de uitgestrekte stad Santander rijden we naar Santillana del Mar. Net vóór de stad gaat de camper op de geïmproviseerde camperplek. De middeleeuwen herleven in het drukbezochte en vrij gezellige stadje, en dat weten de handelaars ook. Tussen de historische gebouwen ruikt het net iets te veel naar commercie.

Drie kilometer verderop duiken we in Altamira in een nog veel dieper verleden. We boffen, want de kopie van de prehistorische grot en het bijhorende museum zijn op zondag gratis. Net zoals in Lascaux wil men de originele Altamiragrot beschermen. Bij het bewonderen van de prachtige plafondtekeningen van bizons, paarden, geiten en mensenhanden – alle tussen 13.000 en 36.000 jaar oud – besef je dat je je bij de oudste vormen van kunst bevindt. De wieg van onze beschaving als het ware.

We boffen, want de kopie van de prehistorische grot en het bijhorende museum zijn op zondag gratis. Net zoals in Lascaux wil men de originele Altamiragrot beschermen.

Capricho de Gaudí

We volgen de kust tot in het mooie plaatsje Comillas. Dicht bij het haventje parkeren we de camper met zicht op zee. Tot onze vreugde blijken de parkeermeters zich alleen tot 15 september te laten voederen. Wat rondlummelen in Comillas is leuk, maar het is Gaudí voor wie we naar hier zijn gekomen. Aan het begin van zijn carrière – hij was nauwelijks 30 – heeft hij voor een plaatselijke advocaat een heerlijk kleurrijke villa vol speels symbolisme ontworpen. Ook vandaag nog spreekt de knappe woning met toren en tuin erg tot de verbeelding. Het drie verdiepingen tellende sprookjesachtige huis is helemaal omheen een zonnige veranda ontworpen en bevat alle originele, modernistische details die we later ook in de beroemde Sagrada Familia in Barcelona weervinden.

Picos de Europa

Via het authentieke San Vicente de la Barquera komen we geleidelijk in het binnenland waar de Picos de Europa ons opwachten. Die zijn zo genoemd omdat de ontdekkingsreizigers deze bergen vaak als eersten weerzagen na overzeese avonturen. Een almaar smaller wordende weg die de Desfiladero de la Hermida volgt, de langste kloof van Spanje, leidt ons door de bergen tot Potes, waar we naar het westen afslaan. We rijden tot Fuente Dé. Hier houdt de weg op. Het uitzicht op de ruwe bergen is er grandioos. We nemen de vrij spectaculaire, 50 jaar oude kabelbaan, die ons 900 meter hoger voert tot op 2614 meter. Boven is het frisjes en er hangt een beetje mist, maar als die opgetrokken is, worden we vergast op adembenemende uitzichten. Zowel naar beneden in het dal als meer naar boven op de machtige rotsen, die in hun geheel genomen een halve cirkel vormen. Ze doen aan de Dolomieten denken, maar dan met minder scherpe pieken. We nemen pad 24 dat ons in viereneenhalf uur weer beneden moet brengen. De hele tocht is prachtig, vol variatie en met grandioze panorama’s.

Naar Asturië

Om verder door de Picos te trekken, moeten we naar Potes terug. Dan pas gaat het in een enorme boog omheen het Parque Nacional de los Picos de Europa tot helemaal weer aan zee in Ribadesella. De weg is smal en bochtig, maar de hele tijd spectaculair. We passeren mooie dorpjes en het landschap verandert continu. Vooral bij Puerto de San Glorio wordt het bijzonder mooi en vanaf Portilla de la Reina wordt het tot in Riaño best wel spannend. Hier lijkt het alsof het enorme meer voor dik de helft is uitgedroogd. De finale van deze monsterrit bestaat uit een weg van 50 km zonder 100 meter recht, doorheen diepe kloven op een spectaculaire weg. In Cangas de Onís slaan we af naar het bedevaartsoord Covadonga, waar de grote toeloop ons enorm verbaast.

Einde van Léon-León

De weg naar León gaat dwars door de bergen, met veel bochten en stevig klimwerk, maar ook met schitterende vergezichten. Onze zalige tocht door Noord-Spanje eindigt in de gastronomische hoofdstad van het land. Aan de stadsrand, dicht bij de rivier, weten we de allerlaatste camperplek te bemachtigen. Van hieruit sta je in 10 minuten in het hart van de stad. We bezoeken Isidoor, daarna de Casa de Botines – weer een gebouw van Gaudí (we zijn fan) – en besluiten bij de schitterende kathedraal met een orgelpunt. De kerk straalt in de felle septemberzon en wordt omringd door hele hordes Camino-gangers, die León als tussenstap beschouwen op hun louterende pelgrimage. Een mooiere afsluiter dan León is moeilijk te bedenken. En toch… stiekem dromen we al van het net zo prachtige Burgos, dat we op de terugweg niet zullen overslaan.

Info

www.spain.info/be
www.basquecountrytourism.eus
www.turismodecantabria.com
www.turismocastillayleon.com
www.asturiestourisme.fr

Kamperen

www.vayacamping.net
www.eurocampings.net
www.eurocampingcar.com

  • Camperplaats Léon : ruime plaatsen aan het meer
  • Camperplaats Milady in Biarritz : vlakbij het strand
  • Camping Igueldo, San Sebastián : dicht bij de stad
  • Camperplaats Bakio, gratis : dicht bij stadje en strand
  • Camperplaats “Autocaravaning Kobetamendi” Monte Kobeta 31 Bilbao
  • Camperplaats El Helguero in Ruiloba : paar km van Comillas
  • Camping La Isla Picos de Europa : 3 km van Potes
  • Camping Ribadesella, Sebreño, Ribadesella : boven de stad
  • Camperplaats León :  Avenida de España 5

Winkelwagen
Back To Top
Search