skip to Main Content

Van meren naar toppen

Ontdekking \ De Morvan

30 december 202211 minuten leestijd
Tags Toerisme Frankrijk

De Morvan, een streek van beboste heuvels en meren, is een paradijs voor liefhebbers van stilte en natuur. Een oase van rust, zonder franje, geschikt voor wandelingen en dwaaltochten, maar ook voor het ontdekken van opmerkelijke plaatsen.

(ongeveer 220 km – 7 dagen)

Ver van het prestige en de aantrekkingskracht van het naburige Bourgondische wijngebied, geeft de Morvan vaak het beeld van een bescheiden streek, zowel zeer dunbevolkt (minder dan 16 inwoners per km²) als vergrijsd. Wie echter de tijd neemt om er te vertoeven, zal er een aangename en landelijke streek ontdekken, ver van de platgetreden paden, die de mogelijkheid biedt om groen te gaan. Vooral sinds het Regionaal Natuurpark, dat in 1970 als dusdanig werd uitgeroepen, deze plek nieuw leven heeft ingeblazen. Een perfecte speelplaats dus voor camperaars die het hoogseizoenverkeer willen vermijden.

Vézelay, een topper onder de bedevaartsoorden

Begin je reis in het noorden van het Park. Dit deel van de Morvan wordt gekenmerkt door zacht glooiende heuvels, hier en daar onderbroken door architectonische en spirituele hoogtepunten. Je eerste stop is bij de poorten van het Park, in Vézelay. De stad ligt op een heuvel, omringd door muren, en huisvestte oorspronkelijk, vanaf 887, een benedictijnen klooster. De plaats werd een christelijk Mekka toen in de 11de eeuw werd onthuld dat de abdij relikwieën van Maria Magdalena bevatte. De gelovigen kwamen toen van heinde en ver toestromen en de plek werd, net als Santiago de Compostela of Jeruzalem, een belangrijk pelgrimsoord. Voor gelovigen en toeristen is de Basiliek van de Heilige Maria Magdalena in Vézelay een echt juweel. Elk jaar onthult de zomerzonnewende een van zijn architectonische hoogstandjes. Op 21 juni om 12 uur ‘s middags, stralen lichtpunten uit de hoge ramen van de basiliek tot in het hart van het schip. Een bijna mystieke sfeer, die bijdraagt tot de bijzonderheid van de plaats.

Na een pauze op een terras waar je het lokale biologische bier van Vézelay kunt proeven, verlaat je de ‘eeuwige heuvel’. De sites van de Roche Percée en Pierre Perthuis mag je niet missen. Op een ander niveau kun je een bezoek brengen aan het kasteel van de militaire architect Vauban in Bazoches, waar zijn nazaten nog steeds wonen.

Economie: van drijfhout tot kerstboom

Tussen de 16de en de 19de eeuw leefde de Morvan voornamelijk van de exploitatie van hout voor de verwarming van Parijs. In die tijd werd in de regio 47.000 hectare loofbos, voornamelijk beuk en eik, geëxploiteerd. De rivieren, de Cure en de Yonne, werden gebruikt om het hout te vervoeren en naar de oevers van de Seine te drijven. Er werden talrijke waterreservoirs en vijvers aangelegd; de ‘vrijmaking’ daarvan maakte het mogelijk de rivieren te doen opzwellen en kunstmatige overstromingen te veroorzaken die de boomstammen konden wegvoeren. De landschappen van de Morvan zijn door deze activiteit blijvend veranderd. Pas in de tweede helft van de 20ste eeuw zullen de coulissenlandschappen, dat zijn weiden en akkers omgeven door hagen, en de aanplant van naaldbomen terrein winnen, als gevolg van de economische ontwikkeling van de streek. Tegenwoordig leeft de Morvan voornamelijk van het fokken van het Charolais runderras en de teelt van kerstbomen, waarvan de productie goed is voor 20% van de nationale verkoop en een deel van de export naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en zelfs Scandinavië!

Het kasteel van Vauban, het kind van de streek

Sébastien Le Prestre, markies van Vauban en militair ingenieur, bekend om zijn gepatenteerde militaire infrastructuren in heel Frankrijk en België, keerde regelmatig terug naar zijn woning in Morvan. Zeer gehecht aan zijn geboortestreek – waarvan hij in zijn geschriften echter een weinig complimenteus portret schetste – stelde hij vooral hervormingen voor om dit bescheiden gebied tot ontwikkeling te brengen. Daarna gaan we naar het hart van de Morvan, richting Quarré-les-Tombes. Het dorp dankt zijn intrigerende naam aan de 112 sarcofagen uit de Merovingische periode die de Saint-Georges kerk omringen en waarvan het mysterie onaangetast is. Bakkerij, chocoladewinkel, slagerij, minimarkt, café, tabakswinkel… Hier ben je in een gastvrij en dynamisch dorp, waar je alles vindt wat je nodig hebt voor de plaatselijke boodschappen. Onthoud de naam van het dorp, want het zal ingewikkelder zijn om winkels te vinden verderop in het Park!

Vlakbij bevindt zich de abdij Sainte-Marie-de-la-Pierre-qui-Vire, in de gemeente Saint-Léger-Vauban. Deze geïsoleerde plaats midden in de bossen werd in 1850 gesticht en dankt zijn naam aan het granieten blok naast het klooster, dat volgens de legende elke kerstnacht om middernacht draait. Je zult het merken: de Morvan is een land van legenden en geloven! Over het hele grondgebied bestaan er ontelbare bronnen, fonteinen met therapeutische deugden, stenen en plaatsen met verhalen die overgeërfd zijn uit heidense tradities. De abdij, die nog steeds in gebruik is, is in de loop der jaren op eigentijdse wijze verbouwd. De site omvat ook een tentoonstellingsruimte over het monastieke leven en een winkel waar de producten van de monniken van de abdij worden verkocht.

Voor gelovigen en toeristen is de Basiliek van de Heilige Maria Magdalena in Vézelay een echt juweel. Elk jaar onthult de zomerzonnewende een van zijn architectonische hoogstandjes.

Op naar de grote meren

Vervolgens dringen we nog dieper in de Morvan, en trekken we naar het merengebied. De meeste  van deze meren, een paradijs voor vissers en een bevoorrecht recreatiegebied, zijn hydro-elektrische stuwmeren. In de omgeving van Quarré-les-Tombes ligt het meer van Crescent, minder bekend dan de plassen in het zuiden. De meren van Saint-Agnan en Chamboux (in de richting van Saulieu) verschillen van de andere stuwmeren door hun doel. Deze meren leveren namelijk drinkwater voor de omliggende gemeenten. Ook al is dit een omweg op je route, je kunt je reis aangenaam  voortzetten naar Saulieu, waarbij je Saint-Brisson passeert, waar het ‘Maison du Parc naturel régional du Morvan’ is gevestigd. Gelegen op de vlakke valleibodem, maakt de omgeving hier en daar plaats voor veenlandschappen, zo’n tienduizend jaar geleden gevormd na de laatste ijstijd.

Saulieu, een kleine stad, een bezoek waard

Door zijn geografische ligging en de reputatie van zijn gastronomie, is Saulieu altijd al een niet te missen tussenstopstad geweest. Het François Pompon Museum is er gevestigd in een 17de eeuws herenhuis. Werken van de Bourgondische beeldhouwer, archeologische voorwerpen en verzamelingen van kunst en volkstradities van de Morvan worden er tentoongesteld. Een replica van de beroemde Witte Beer van de beeldhouwer staat tegenover het Relais Bernard Loiseau, een andere plaatselijke beroemdheid. Als je je het kan veroorloven, mis de kans van een gastronomisch hoogtepunt dan niet! Ga vervolgens naar de ‘Saut de Gouloux’. Deze 10 meter hoge waterval is de belangrijkste toeristische attractie in de omgeving. Verderop kun je ontspannen aan de meren van Settons of Pannecière. De eerste is geschikt voor watersport en vrijetijdsactiviteiten, de tweede is meer een plek voor vissers. Het is onmogelijk om rond de meren te overnachten, maar er zijn uitgeruste parkeerplaatsen en campings.

Château-Chinon stond in het verleden bekend om zijn veemarkten en om zijn ‘voedstersindustrie’ en liep bijzonder in de kijker toen François Mitterrand hier werd uitgeroepen tot president van de Republiek in 1981; hij was 23 jaar lang burgemeester van de stad.

Château-Chinon en de Haut-Morvan

Vervolgens gaat de route verder naar Château-Chinon, de hoofdplaats van de Haut-Morvan. De stad is gebouwd aan de voet van een heuvel waar de drie kruisen van de Calvarieberg staan. Op het stadhuisplein kun je de kleurrijke werken van de kunstenares Niki de Saint Phalle (1930-2002) bewonderen. Château-Chinon stond in het verleden bekend om zijn veemarkten en om zijn ‘voedstersindustrie’ (zie kaderstuk) en liep bijzonder in de kijker toen François Mitterrand hier werd uitgeroepen tot president van de Republiek in 1981; hij was 23 jaar lang burgemeester van de stad. Hierdoor kreeg Château-Chinon nieuw leven ingeblazen in een regio die toen geïsoleerd lag van de grote verkeersaders. De voormalige president van de Vijfde Franse Republiek heeft ook zijn stempel gedrukt op de Mont Beuvray, enkele kilometers verder naar het zuiden.

De voedstersindustrie

De voedstersindustrie in Morvan, een sociaal fenomeen van grote omvang, was gedurende de hele 19de eeuw een vruchtbare economische activiteit. De oudste praktijk, die van de kindermeisjes ‘ter plaatse’, maakte het mogelijk weeskinderen uit Bourgondië aan een pleeggezin toe te vertrouwen. Na de oprichting van bureaus voor openbare bijstand in Parijs, ontfermden de kindermeisjes van Morvan zich over de oorlogswezen. Alleen al in de 19de eeuw werden meer dan 47.000 kinderen in pleeggezinnen geplaatst. De schrijver en dichter Jean Genet (1919-1986) werd tijdens de eerste 13 jaar van zijn leven opgevangen door een gezin uit Alligny-en-Morvan. In de tweede helft van de 19de eeuw ontwikkelde zich een andere ‘industrie’: die van de uitgestuurde kindermeisjes. Deze vrouwen, vaak afkomstig uit de armste lagen van de samenleving, vonden economische kansen door hun gezinnen te verlaten om de kinderen van de Parijse hoge kringen te voeden en te verzorgen. De huizen die dankzij deze activiteit gerenoveerd werden, worden dan ‘de huizen van de melk’ genoemd!

De Morvan van de toppen

Het grootste deel van het reliëf is geconcentreerd in het zuiden van het natuurpark. De bergachtige sfeer is meer te danken aan het contrast tussen de brede valleien en de bergen met hun soms steile hellingen (Haut-Folin, Beuvray, Genièvre, Préneley) dan aan de eigenlijke hoogte. De Haut-Folin, de hoogste van allemaal, ligt op 901 meter. Hier bevinden zich televisieantennes en een langlaufgebied van ruim 40 km, dat in de zomer voor aangename wandelpaden tussen de naaldbomen zorgt. Vrij uitzicht is er niet, in tegenstelling tot de Mont Beuvray (821 meter), die een panoramisch uitzicht biedt op het massief van de Morvan en de landbouwvlakten. De Mont Beuvray is ook geschikt voor wandelingen tussen de loofbomen en sparren die de top omringen en waar zich de ruïnes van een oud Gallisch oppidum (dorp) bevinden. De ‘Eduens’, een Keltisch-Gallische bevolkingsgroep, bouwden hier een prestigieuze hoofdstad, Bribacte, waarvan de versteende resten te bewonderen zijn. In 1996 werd op deze plaats een interessant museum over de Keltische beschaving geopend.

Autun en zijn Gallo-Romeinse site

Wij kunnen je niet genoeg adviseren om de omliggende gemeenten te doorkruisen en je reis te beëindigen in Autun, een opmerkelijke vestingstad, een andere toegangspoort tot het Regionale Natuurpark Morvan, gelegen in het zuiden. Het is een mooie en dynamische stad met een aantal overblijfselen (theater, amfitheater, tempel van Janus en een mausoleum ‘La Pierre Couhard’) die getuigen van het belang van Augustodunum, de oude naam van Autun, tijdens de Gallo-Romeinse periode.

Kampeerautoparkings en campings

Aire de Quarré-les-Tombes, rue des Ecoles
Gratis parkeren en service (van half november tot begin maart behalve als het vriest).
O 3.99952 N 4736807

Aire de Château-Chinon, place Jean-Sallonnyer
‘Flot bleu’ zuil en gratis service.
O 3.93583 N 47.06356

Camping les Settons, L’Huis Gaumont
Van mei tot september: € 18,50 met stroom.
O 4.05385 N 47.18077

Aire du lac des Settons
Rechter oever (Rive droite) (D1193), parking de la Vieille Diligence.
Gratis parkeren. Voor de service zijn er penningen te koop bij het toerismekantoor.
O 4.06325 N 47.19821

Saulieu Aquadis Loisir, 1 km richting noord west
van maart tot november: € 20,90 met stroom.
O 4.22373 N 47.28934

Winkelwagen
Back To Top
Search